NWO | Wetenschap met weerstand

2022-05-14 05:08:59 By : Mr. John Xu

Alles om tot een succesvolle aanvraag te komen

NWO bevordert wetenschappelijk onderzoek van wereldklasse mét impact

NWO verbindt agenda’s, wetenschap en samenleving

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws rond toekenningen, nieuwe calls en het beleid van NWO

NWO is de belangrijkste Nederlandse wetenschapsfinancier en zorgt voor kwaliteit en vernieuwing in de wetenschap

Hoe beweeg je je als wetenschapper in een sterk gepolariseerd domein? En wat kun je doen om het gesprek vooruit te helpen? ‘Het tempo van het maatschappelijk debat laat zich – vooral op sociale media – niet rijmen met dat van de wetenschap.’

Tekst: Marieke Buijs, Beeld: Jessica Nap

Wie zich waagt aan onderzoek naar thema’s als vaccinaties, migratie, stikstof of radicalise­ring weet dat zijn of haar bevindingen onder een vergroot­glas liggen. Maar het onderzoek zelf wordt juist vaak uitgevoerd op afstand van het debat. Wetenschappers hebben tijd en ruimte nodig om een stap achteruit te doen, de kaders te beschouwen en nieuwe kaders te creëren. Twee wetenschappers vertellen vanuit hun persoonlijke ervaring hoe zij door schade en schande wijs zijn geworden.

Sinds Sarah Bracke zich zo’n twintig jaar geleden voor haar promotieonderzoek boog over de vraag waarom vrouwen zich aangetrokken voelen tot religieuze bewegingen die als fundamentalistisch worden beschouwd, merkt ze dat haar onderzoek mensen niet onberoerd laat. Media-optredens resulteren steevast in een volle inbox, met als dieptepunt een doodsbe­dreiging. ‘Het tumult zegt me dat mijn onderzoek ertoe doet, dat het thema’s zijn die mensen bezighouden.’

Voor Bracke vormen de heftige reacties een stok achter de deur om te zorgen dat haar wetenschappelijke werk van de allerbeste kwaliteit is. Dat betekent dat ze voor haar onderzoeksgroep, waarmee ze zich buigt over de rol van gender en ras in wat in Europa het ‘moslimvraagstuk’ is gaan heten, allereerst een kortsluiting tracht te beslechten. ‘Het tempo van het maatschappelijk debat laat zich – vooral op sociale media – niet rijmen met dat van de wetenschap.’

Daarnaast maakt Bracke dankbaar gebruik van netwerken van wetenschappelijke collega’s om haar ideeën te slijpen. Ze presenteert haar onderzoek, redeneerrichtingen en worstelingen en vraagt anderen mee te denken, voordat ze onderzoek voor reguliere peer-review aanbiedt. ‘Dit zijn voorbeelden van goede wetenschappe­lijke praktijken in het algemeen, maar bij onderzoek naar precaire thema’s is het extra belangrijk dat het staat als een huis.’

Pas tegen het einde van die wetenschappelijke beschouwing treedt Bracke met haar bevinding-en naar buiten en ook daarin laat ze weinig aan het toeval over. Bij haar huidige project roept ze de hulp in van een bureau dat populairweten­schappelijke graphic novels maakt. ‘Op die manier bepaal ik zelf, met behulp van communi­catie-experts, de boodschap die we naar buiten brengen.’ Dat maakt de bevindingen minder kwetsbaar voor oneigen-lijke framing, hoopt Bracke.

Ook bij reguliere media-optredens probeert Bracke controle te houden. ‘Dat begint bij selectie. Als ik op basis van het medium of de vraagstelling aanvoel dat er geen ruimte is voor een genuanceerd verhaal, dan begin ik er überhaupt niet aan. Ik zeg vaak nee.’ Deelt ze haar inzichten wel, dan leest ze het verhaal terug voor publicatie. ‘Ik wil dat eventuele commotie draait om mijn uitspraken, niet om dingen die per abuis in een artikel zijn beland.’

De beroering zien als pressiemiddel dat Bracke scherp houdt, gaat voorbij aan het feit dat het heel vervelend kan zijn als mensen over je heen vallen. ‘Meestal valt het mee,’ lacht Bracke, ‘behalve op momenten dat het niet meevalt.’ In 2018 bepleitte ze met collega’s om naast de conservatieve psycholoog en filosoof Jordan Peterson, die was uitgenodigd voor een lezing door studenten van de UvA, een andere, deskundige stem te plaatsen. Het resulteerde in de beschuldiging van de-platforming en een doodsbedreiging in haar inbox. Nog geen vierentwintig uur later zou ze zelf een openbare lezing houden. ‘Toen had ik wel een knoop in mijn maag, het voelde kwetsbaar.’ Ze besloot het toch te doen. ‘Ik zal niet van koers verande­ren door negatieve reacties of bedreigingen. Bij de grote urgente kwesties van deze tijd zijn wetenschappelijke inzichten belangrijk. Je kunt het dapper noemen om die te vergaren en te delen. Ik zie het vooral als noodzakelijk.’

In juni 2021 gebeurde precies wat Jan Willem Erisman juist tracht te voorkomen. Nog voor publicatie van een rapport waarin hij zich boog over manieren waarop Nederland de stikstofimpasse zou kunnen doorbreken, had De Telegraaf de hand erop weten te leggen en het bij de berichtgeving niet al te nauw genomen met de inhoud. Boeren stonden op hun achterste benen omdat Erisman zou bepleiten de hele Gelderse Vallei van landbouw te ontdoen en vol te bouwen met huizen.

Het voorval leidde zelfs tot een nieuwe ronde boerenprotest. ‘Wij gaven in het rapport alleen aan dat De Gelderse Vallei een locatie is waar je gericht en efficiënt de stikstofimpasse kunt doorbreken, maar zeiden niets over stoppen met landbouw. Ik vond het misverstand heel vervelend en heb direct boerenleiders opge­beld om het recht te zetten.’

Ondanks die verzoeningspoging werd voor Erisman duidelijk hoe kwetsbaar de positie is waarin hij zich in de loop van 35 jaar stikstofon­derzoek heeft weten te manoeuvreren. ‘In een gepolariseerd veld dat weinig mensen overzien, zie ik het als mijn taak om feiten in te brengen en daar duiding aan te geven.’ In televisieoptre­dens en als vraagbaak voor journalisten vervulde hij die rol en in één klap was dat weg. ‘Waar ik eerst bijna dagelijks als expert werd gebeld, vooral door redacties die van gedach­ten wilden wisselen over verhalen waar ze aan werkten, moest ik nu verdedigen waarom ik de Gelderse Vallei wilde opgeven als landbouwge­bied.’

Erisman krijgt van twee kanten kritiek. Natuur­beschermers vinden dat hij niet ver genoeg gaat in het beschermen van de ecologie, terwijl boeren hem op niet mis te verstane wijze het tegendeel verwijten. Erisman kwam ter ore dat Farmers Defence Force hem wilde komen bedreigen in de nasleep van de gewraakte Telegraaf-publicatie.

De beveiliging van de Universiteit Leiden en de politie onderzochten de dreiging. Terugkijkend vertelt Erisman dat hij zich niet echt onveilig voelde. ‘Voordat die trekkers hier zijn, moeten ze twintig minuten door de stad. Dat zie ik niet gebeuren. Maar het doet je wel wat. Er zitten hier mensen thuis die dan ook in de knel zouden komen, terwijl ze er niets mee van doen hebben.’

Juist vanwege de polarisatie op het stikstof­dossier doet Erisman zijn best contact te houden met boeren. ‘Ik denk, nee, ik weet wel zeker, dat polarisatie mij niet ligt. Ik verdiep me automatisch in de ander. Er is altijd een reden waarom mensen dingen doen of vinden en dat wil ik begrijpen.’ Hij bezoekt boerenbedrijven en geeft lezingen voor een boerenpubliek. ‘Daar leer ik van. Bijvoorbeeld dat het heel vervelend is om drie jaar lang stil te staan omdat Den Haag geen duidelijkheid geeft over waar het heen moet met de stikstofaanpak.’ Kennis van die leefwereld helpt Erisman draagvlak te vinden voor zijn missie: evenwicht creëren tussen economie en ecologie. ‘Ik begin mijn relaas bijvoorbeeld vanuit het belang van goede bodemkwaliteit. Boeren weten: als die niet goed is, dan ben je de lange termijn onder je bedrijf kwijt. Vanuit dat startpunt krijg ik hen ook mee in een verhaal over verduurzaming.’

De mens is een gemankeerde gespreksvoerder, luidt ruwweg de verklaring die Noelle Aarts heeft voor de oplopende spanningen bij kwesties als stikstof, migratie en vaccinatie. De hoogleraar socio-ecologische interactie (Radboud Universiteit) onderzoekt de dynamiek tussen burgers, wetenschappers en beleidsmakers rond duurzaamheid.

‘We zijn sociale wezens, daarom worden we ongemakkelijk van andersdenkenden en proberen we hen onmiddellijk te overtuigen van ons eigen gelijk’, zegt Aarts. ‘Maar bij die pogingen stoten we de ander vaak onbedoeld tegen het hoofd. We kwetsen mensen in hun identiteit met zinnen als: “Je niet laten vaccineren is dom, kortzichtig of asociaal” of “Boeren zijn geldwolven die niets geven om de natuur”.’

Willen wetenschappers de angel uit het debat halen, dan moeten ze de dialoog aangaan, aldus Aarts. ‘Meestal vatten we de opdracht om te communiceren over ons onderzoek te nauw op: als het begrijpelijk maken van onze bevindingen. Maar echte communicatie vereist dialoog. Wetenschappers zijn experts in kritisch nadenken en zorgvuldig kennis verzamelen. Maar als het gaat om de vraag welke kennis relevant is of wat met die kennis moet worden gedaan, dan zijn er veel meer mensen die daar iets zinnigs over te zeggen hebben.’

Bij dat gesprek kunnen wetenschappers voor ogen houden dat de mensen die het hardst roepen en de uiterste standpunten opzoeken, vaak degenen zijn die zich het minst gehoord en gewaardeerd voelen. Waarom vind je dat? Welke angsten, waarden, aannames en normen liggen achter je boosheid? Dat zijn vragen die een dialoog op gang kunnen brengen. ‘Je moet niet vergeten hoe angstig mensen zijn. Door zo’n gesprek krijg je – ook als je het niet eens wordt – inzicht in en respect voor verschillende perspectieven. Alleen dan verbind je je met mensen. Dat biedt de gelegenheid je onderzoek relevanter te maken.’

Aarts neemt, bijvoorbeeld bij het politiek optreden in de coronacrisis, een zorgelijke ontwikkeling waar. Ze ziet dat premier Mark Rutte en andere kabinetsleden politieke afwegingen rechtvaardigen met ‘we volgen de wetenschap’ waarbij voorbij wordt gegaan aan het feit dat wetenschappelijke inzichten steeds in beweging zijn. Het resultaat: woede en wantrouwen jegens ‘de wetenschap’, terwijl de verantwoordelijkheid voor de afwegingen ligt bij politici en beleidsmakers. De sleutel tot het herstel van vertrouwen is, paradoxaal genoeg, juist het benadrukken van de onzekerheden die met wetenschap gepaard gaan, aldus Aarts. ‘Wetenschappers en journalisten moeten duidelijk maken dat wetenschap een bepaalde systematiek is om kennis te verwerven, maar dat die ook met onzekerheid en ambiguïteit samengaat. Zodat bij een veranderend inzicht – denk bijvoorbeeld aan de mondkapjes – niet meteen de hele wetenschap haar geloofwaardigheid verliest.’

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek financiert toponderzoekers, geeft sturing aan de Nederlandse wetenschap via programma's en beheert (inter)nationale kennisinfrastructuur.

Inschrijven nieuwsbrief